Over Wasco
Zoek
Zoek
Sluit
Je probeert onze website te bekijken via een browser die wij helaas niet meer ondersteunen per 1 februari 2021. Hierdoor werkt de website voor jou mogelijk niet optimaal. Wij willen natuurlijk dat je op de beste en veiligste manier onze website kunt bezoeken. Daarom adviseren wij je om een andere browser te installeren. Wil je weten hoe je dat kunt doen? Lees hier dan meer.
U bent hier: 

Ventilatiesystemen C en D onder de loep:

Methodiek, verschillen en aandachtspunten

Als gevolg van energiezuinig bouwen is goede ventilatie in gebouwen nog belangrijker. Er zijn verschillende systemen om een woning van ventilatie te voorzien. In dit artikel gaan we in op systeem C (natuurlijke toevoer/mechanische afvoer) en systeem D, dat vooral bekend staat als wtw (balansventilatie). Hoe werken ze, wat zijn de verschillen en wat zijn de belangrijkste aandachtspunten?

We blijven het herhalen: de juiste mate van ventilatie in woningen is ontzettend belangrijk. Het zorgt voor comfort en behoud van een goede luchtkwaliteit. Essentieel, want een slecht binnenklimaat levert gezondheids- en vochtproblemen op. Daarnaast is ventilatie steeds vaker een integraal onderdeel van een energie-efficiënte totaaloplossing.

 

Soorten ventilatiesystemen: A, B, C en D

Er zijn globaal vier soorten ventilatiesystemen, systemen A tot en met D.

Allereerst zijn er de woningen van voor 1985. Deze zijn vaak slecht geïsoleerd waardoor ze door middel van natuurlijke ventilatie worden geventileerd. Deze natuurlijke ventilatie wordt ‘systeem’ A genoemd. Er is geen sprake van mechanische toevoer of afvoer. Bij systeem B is er sprake van mechanische toevoer van verse lucht. Door overdruk gaat de lucht op een natuurlijke manier weer de woning uit. Het is een methode die je in de praktijk weinig tegenkomt. Een reden is dat de afvoer van vervuilde lucht niet regelbaar is. Dit kan voor nare geurtjes zorgen.

De soorten ventilatie waar je als installateur het meest mee te maken hebt, zijn type C en D. Oftewel ventilatie via een mv-box of ventilatie met een wtw-systeem.
Op deze systemen gaan we verder in.

Systeem C: mechanische afvoer met mv-box

Bij ventilatie type C speelt de welbekende mv-box een sleutelrol. Deze zuigt via afzuigventielen lucht af via de badkamer, het toilet en de keuken. Via raam- of muurroosters komt de lucht naar binnen. Er is sprake van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer.

Vraaggestuurd ventileren
De hedendaagse mv-boxen werken via vocht- en CO2-sensors, oftewel vraaggestuurd. Dit maakt het mogelijk te ventileren waar en wanneer dat nodig is en in de juiste hoeveelheid. ’s Nachts is er bijvoorbeeld doorgaans niemand in de woonkamer. Sensoren nemen dat (vaak op basis van CO2-gehalte) waar en zorgen ervoor dat er niet onnodig wordt geventileerd. Op een moment dat het ergens drukker is, bijvoorbeeld een woonkamer, maar dan tijdens een feestje, wordt juist meer lucht afgevoerd.

Weinig leiding- en kanaalwerk
Systeem C is een hele goede manier om een woning van ventilatie te voorzien. De investeringskosten in vergelijking met type D zijn laag. Er is weinig leiding- en kanaalwerk nodig. Aandachtspunt is de aanvoer van de buitenlucht. Die komt via de roosters op exact de buitentemperatuur binnen. Ook als het vriest. Naast de energetische nadelen, kan dit soms als onprettig en tochtig worden ervaren. Ook warme lucht komt de woning makkelijker binnen. Het is natuurlijk mogelijk om de roosters te sluiten, maar dat komt de ventilatie in de woning niet ten goede. De buitenlucht wordt in dit systeem bovendien niet gefilterd.

TIP: ben je bij een klant over de vloer, kijk dan eens kritisch naar de ventilatiebox. Zijn ze ouder dan zo’n 8 jaar, dan zit er vaak nog een wisselstroommotor in. Deze zorgen voor een hinderlijk geluid en zijn minder energiezuinig. Wanneer je de oude boxen vervangt door een nieuwere variant op gelijkstroom, is een besparing 280 kWh per jaar haalbaar. Bij de huidige KWh-prijzen is de investering zo terugverdiend.

Systeem D: het wtw-systeem

Systeem D staat officieel voor ventilatiesysteem met mechanische afvoer én mechanische toevoer. Daar hoeft niet per se een terugwin-unit in te zitten. In de praktijk is dit echter vrijwel altijd het geval en is ‘systeem D’ synoniem geworden voor ventilatie met een wtw-unit. In dit systeem maak je naast afzuigventielen ook gebruik van inblaasventielen. Verse lucht wordt dus ook mechanisch binnengebracht.

Gecontroleerde balansventilatie
Wtw staat voor warmteterugwinning. In deze vorm van gecontroleerde balansventilatie zorgt een wtw-unit met een warmtewisselaar ervoor dat de warmte van afgevoerde ventilatielucht wordt afgegeven aan vers binnenkomende lucht. Beide luchtstromen gaan gescheiden door de wisselaar, maar de afgevoerde lucht warmt de binnenkomende lucht dus wel op. Lucht die bijvoorbeeld op een temperatuur van 20 ℃ wordt afgezogen, brengt de aangezogen lucht via de wisselaar al naar een temperatuur van zo’n 18 ℃. Dit scheelt ongeveer 30% op het energieverbruik.

Voordelen in de zomer
Ook tijdens de warme maanden biedt een wtw-systeem voordelen. Dan werkt het systeem eigenlijk de andere kant op. In de zomer is de binnenlucht vaak een aantal graden kouder dan de warme buitenlucht en vindt de energieoverdracht omgekeerd plaats. Het warmt hierdoor nauwelijks op in de woning. Is het ’s nachts buiten koeler dan binnen, dan wordt de zomerbypass geactiveerd. De aanwezige koelere buitenlucht gaat dan niet langs de warmtewisselaar en wordt dus niet opgewarmd.

Beter binnenklimaat
Nog een belangrijk voordeel: een wtw-systeem zorgt dankzij zijn filters ook voor een beter binnenklimaat. Fijnstofdeeltjes, pollen, etc, worden door het systeem uit de lucht gefilterd. Verbruikte en vervuilde lucht wordt door het systeem weer afgevoerd. Waar bij systeem C nog wel eens sprake is van een tochtgevoel, is dit bij een wtw-systeem niet of nauwelijks aan de orde.

Steeds meer wtw-systemen zijn voorzien van zoneringsoplossingen. Door middel van zoneren wordt er gerichter geventileerd, juist in de ruimte waar het nodig is. De luchtkwaliteit in een ruimte wordt gemeten en zonekleppen (direct op de wtw-unit of in het kanaal) maken het mogelijk precies daar te ventileren waar het nodig is. Het systeem zorgt in elke ruimte automatisch voor voldoende ventilatie.

Nieuwbouw vs. bestaande bouw

Meestal wtw in nieuwbouwwoningen

Vanaf 1 januari 2021 moeten vergunningaanvragen voor alle nieuwbouw voldoen aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Daarbij hoort een zeer sterke focus op een zo laag mogelijke energiebehoefte voor een gebouw. Gevolg: een stevige mate van isolatie die natuurlijke isolatie via kieren volledig uitsluit.

Voor een gezond binnenklimaat is verse lucht nodig, maar door ventilatieroosters in systeem C gaat veel kostbare opgewarmde lucht verloren. Wtw-systemen maken juist slim gebruik van de al opgewarmde lucht en zijn daardoor een zeer energiezuinige oplossing. Ook de mogelijkheid tot zoneren en vraaggestuurd ventileren levert een positieve bijdrage aan de BENG-berekening. Bij nieuwbouw wordt er dan ook meestal voor wtw gekozen. Het is een essentieel onderdeel van de totaaloplossing om de gestelde eisen te halen.

Met een wtw-systeem is zowel een goede luchtkwaliteit als de energiezuinigheid gegarandeerd.

Bestaande bouw: wtw kent uitdagingen

Het is niet onmogelijk, maar in bestaande woningen is de beschikbare ruimte voor een wtw-systeem een aandachtspunt.

  1. Er moet genoeg ruimte zijn voor de wtw-unit zelf.
  2. Er hoort het nodige kanaalwerk bij. Dat moet je kwijt kunnen. Er is veel mogelijk in koven en onder een nieuw plafond, maar dat plafond wordt dan wel lager.

Is er puur behoefte aan ventilatie, dan zul je samen je klant veelal kiezen voor systeem C. De investeringskosten en de bouw- en installatietechnische aanpassingen voor wtw passen dan simpelweg niet bij de behoeften en het kostenplaatje. Met systeem C zet je echter geen enorme stappen op het gebied van energiezuinigheid.

Wil de klant wel duurzamer ventileren, maar is er echt geen ruimte voor een wtw-systeem? Dan is een decentrale wtw een goede optie. Die plaats je rechtstreeks in de wand van een ruimte. Er is geen kanalenwerk nodig, slechts een pijp door de buitengevel. Let er wel op dat dit bij monumentale panden niet altijd mogelijk is. Daar mag je namelijk veelal geen gat in de gevel maken.

Dezelfde eisen

Het Bouwbesluit stelt eisen met betrekking tot de ventilatiecapaciteit. Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan een minimale ventilatiecapaciteit van 0,9 dm3 per seconde, per m2. Ook zijn er vanuit de NEN 1087 eisen rondom de nominale ventilatiecapaciteit per ruimte. Deze eisen zijn leidend, ongeacht welk systeem je installeert. Het bepalen van het juiste debiet en het maken van een kanaalberekening zijn de eerste stappen bij het inregelen van het ventilatiesysteem. Dat geldt voor zowel systeem C als systeem D.

Aandachtspunten

Belangrijk verschil: mechanische toevoer

Uiteraard zijn er ook wel degelijk belangrijke verschillen. Dat zit hem logischerwijs onder andere in het mechanische toevoerelement van systeem D. Bij een wtw-systeem moet de luchtaanzuigopening altijd verse lucht kunnen aanzuigen. Door de zogenoemde verdunningsfactor te berekenen, bepaal je of er voldoende ruimte is tussen de rookgasafvoer en de ventilatietoevoeropening. Je zorgt ook dat er voldoende afstand is tussen de afvoervoorziening voor luchtverversing en de ventilatietoevoeropening. Bij een wtw-systeem heb je naast afzuigventielen, dus ook met inblaasventielen te maken. Het is voor de werking belangrijk die niet door elkaar te halen.

Aandachtspunten comfort wtw

Er zijn bij het ontwerp en de installatie van wtw-systemen een aantal aandachtspunten wat betreft het comfort. De mate van geluid verdient aandacht, niet in de laatste plaats omdat nieuwbouwwoningen geluidsdichter zijn. Door minder omgevingsgeluid, vallen geluiden binnen meer op. Probeer daarom onder andere twee deuren tussen leefruimtes en de wtw-unit zelf te houden en plaats de unit bij voorkeur in een afgesloten kast.

Daarnaast is het belangrijk om de invoerventielen in een wtw-systeem te voorzien van een geluidsdemper. Erg belangrijk is ook dat de kanalen de juiste diameter hebben. Is deze te klein, dan zorgt de te hoge snelheid in de buis voor geluidsoverlast. Het kan bovendien zo zijn dat de benodigde luchthoeveelheden niet worden gehaald, waardoor er een onprettige lucht ontstaat. Overdrachtsgeluid in de kanalen is ook een aandachtspunt. Dit kun je onder andere voorkomen door T-stukken te plaatsen in het kanaalwerk.

TIP: probeer bij het plaatsen van inblaasventielen in te schatten waar de doorlooproute van een kamer is. Daar komt namelijk bijvoorbeeld geen bank te staan, een plek waar je de ventielen in het kader van comfort liever niet plaatst.

 

Altijd de beste oplossing

Een wtw-systeem kent mogelijk vele voordelen voor je klant. Het plaatsen ervan is echter niet in elke situatie haalbaar. Als installateur zorg je voor de oplossing die het best binnen de wensen en het budget van de opdrachtgever past. Je legt de verschillende mogelijkheden goed uit en bespreekt de alternatieven. Welk systeem uiteindelijk ook wordt gekozen, jij zorgt voor het juiste ontwerp en installatie zodat het op de beste manier presteert.