Over Wasco
Zoek
Zoek
Sluit
Je probeert onze website te bekijken via een browser die wij helaas niet meer ondersteunen per 1 februari 2021. Hierdoor werkt de website voor jou mogelijk niet optimaal. Wij willen natuurlijk dat je op de beste en veiligste manier onze website kunt bezoeken. Daarom adviseren wij je om een andere browser te installeren. Wil je weten hoe je dat kunt doen? Lees hier dan meer.

Meet voor je leven: zijn de waarden van je meetapparatuur juist ingesteld?

23/10/2023

Expert aan het woord:

Als service- en onderhoudsmonteur werk je elke dag met gasgestookte toestellen. Cv-ketels, gaskachels en geisers; al deze apparaten kunnen een bron van koolmonoxide (CO) zijn. Koolmonoxide is een onzichtbaar, geurloos en smaakloos gas, waarbij vergiftiging al snel fataal kan zijn. Daarom kan het van levensbelang zijn om een persoonlijke CO-meter bij je dragen. Sterker nog, wist je dat dit met de Gasketelwet indirect verplicht is? Wilfred Drenth, Technisch Adviseur bij Wasco, legt je uit waar je op moet letten en welke grenswaarden je moet aanhouden.

Grenswaarden voor CO-metingen

De Gasketelwet schrijft voor, dat bij het betreden van een ruimte met een gasgestookt toestel de omgevingslucht op koolmonoxide gecontroleerd moet worden. Om vast te stellen of er een (on)veilige situatie is, zijn er in de wet grenswaarden vastgesteld.

Vanaf 5 PPM: zet de boel uit
Wanneer je een gehalte van 5 PPM (Parts Per Million, ofwel delen per milioen) tot 20PPM meet,  dien je de installatie direct uit bedrijf te nemen. Zorg dat de ruimte goed wordt geventileerd en los de oorzaak op.

Vanaf 20 PPM: melding bijna-ongeval bij de gemeente
Bij 20 PPM CO of hoger moet er naast de stappen hierboven ook een melding bij de gemeente gemaakt worden. Meer over deze meldingsprocedure vind je op deze pagina van Techniek Nederland.

Twee manieren van koolmonoxide meten

Voor het meten van de koolmonoxidewaardes kun je een rookgasanalysemeter gebruiken en een persoonlijke CO-meter (draagbare CO-meter). Een rookgasanalysemeter meet het CO-gehalte, de temperatuur van de rookgassen en de temperatuur van de aangezogen lucht, daar waar de draagbare CO-meter alleen koolmonoxide detecteert. Toch is beide noodzakelijk om te voldoen aan de Gasketelwet en om de je eigen veiligheid te waarborgen. 

In de Gasketelwet is namelijk bepaald dat er ook gemeten moet worden op CO tijdens het afstellen van de installatie. Dat gaat niet met een rookgasanalysemeter, wel met een persoonlijke, draagbare CO-meter. Zorg daarom dat je altijd een combinatie van deze twee meters gebruikt in de praktijk. Zo wordt de ruimte ook tijdens werkzaamheden aan het gasgestookt toestel gemeten.

In het geval van een montagefout of lekkage die leidt tot CO-uitstoot in de ruimte, word je direct gealarmeerd door je persoonlijke CO-meter en heb je tijd om te handelen. 

Laat je meter afstellen volgens de grenswaarden

De persoonlijke CO-meter moet wel voldoen aan de eisen gesteld in de Gasketelwet. De gasketelwet stelt voor een service- en onderhoudsmonteur dus de waarden 5 en 20 PPM, maar veel meters staan afgesteld op de ARBO-grenswaarden, namelijk 50 PPM en 100 PPM. Laat deze instellingen aanpassen, zodat je zeker weet dat je aan de regelgeving voldoet. Er zit echter wel één nadeel aan de lage waarden in de gasketelwet: de meter kan al alarm geven bij het in de buurt zijn van uitlaatgassen van auto of vrachtwagen.