Nieuws

Het belang van schoon en veilig drinkwater kan niet worden onderschat. Dagelijks vertrouwen miljoenen Nederlanders op de levering van gezond drinkwater. Voor installateurs is het essentieel om de wet- en regelgeving rond drinkwaterinstallaties goed te kennen en te volgen om een goede waterkwaliteit te kunnen garanderen. In dit kennisartikel bespreken we de belangrijkste regels en praktische tips voor het installeren van drinkwaterinstallaties, met inzichten van Erik Zeijpveld, Technisch Adviseur Sanitair/Drinkwaterinstallaties bij Wasco.

Wet- en regelgeving

In Nederland wordt de kwaliteit van drinkwater streng bewaakt door diverse wetten en normen, die zijn afgestemd op Europese richtlijnen. De belangrijkste wet- en regelgeving zijn de Drinkwaterwet, het Drinkwaterbesluit en de Waterwet. Deze wetten stellen eisen aan de drinkwaterkwaliteit en de leveringszekerheid, en geven richtlijnen voor de bescherming van drinkwaterbronnen. Daarnaast is de NEN 1006-norm van cruciaal belang voor installateurs. Deze norm beschrijft de algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties, waaronder het verplicht gebruik van goedgekeurde materialen.

Recente ontwikkelingen

Om in te spelen op nieuwe uitdagingen en technologische vooruitgangen is de wetgeving rondom drinkwater voortdurend in ontwikkeling. Eén van de belangrijkste recente wijzigingen is de herziening van de Europese Drinkwaterrichtlijn, die strengere normen en nieuwe verplichtingen oplegt aan de kwaliteit van drinkwater. 

Nederland heeft zijn nationale wetgeving aangepast om aan deze nieuwe Europese normen te voldoen. Daarnaast is er veel aandacht voor schadelijke stoffen,  zoals PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen), die moeilijk afbreekbaar zijn en mogelijk schadelijk voor de gezondheid. Dit heeft geleid tot strengere monitoring en lagere toegestane concentraties van deze stoffen in drinkwater. Ook de maatregelen voor legionellapreventie zijn aangescherpt, vooral op risicovolle locaties zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen en hotels.

Aandachtspunten voor installateurs

Bij de installatie van drinkwatersystemen zijn er diverse aandachtspunten waar installateurs rekening mee moeten houden. Het is bijvoorbeeld belangrijk om kruisverbindingen te voorkomen en terugstroombeveiligingen correct te installeren. 

Onjuiste installatie kan leiden tot microbiële besmetting, zoals legionella, en chemische verontreiniging door zware metalen. Ook de juiste dimensionering van leidingen is belangrijk om een voldoende doorstroming en waterdruk te garanderen. Daarnaast is het cruciaal dat je jouw klanten goed informeert over het gebruik en onderhoud van hun drinkwatersysteem.

Innovaties en makkelijkere installatie

Nieuwe technologieën maken het aanleggen en beheren van drinkwaterinstallaties steeds makkelijker en efficiënter. Slimme sensoren en IoT-apparaten worden steeds vaker ingezet om continu de waterkwaliteit, druk en temperatuur te monitoren. Dit stelt installateurs in staat om real-time data te ontvangen en vroegtijdig in te grijpen bij eventuele problemen. 

Daarnaast zorgen prefab en modulaire systemen voor een snellere en kwalitatief betere installatie. Duurzame materialen en technieken, zoals corrosiebestendige kunststoffen, dragen bij aan de verbetering en duurzaamheid van drinkwaterinstallaties.

De toekomst van drinkwaterkwaliteit

De hoge kwaliteit van drinkwater in Nederland blijft ook in de toekomst een prioriteit. Dankzij technologische innovaties en de voortdurende inspanningen van drinkwaterbedrijven en installateurs kan Nederland blijven voldoen aan de strenge eisen voor drinkwaterkwaliteit. 

Het is belangrijk dat installateurs zich continu bijscholen en op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen om hun rol hierin optimaal te vervullen. Wasco helpt door kennis te delen en kan samen met installateurs hun opdrachtgevers adviseren. Samen kunnen we ervoor zorgen dat de drinkwaterkwaliteit in Nederland behouden blijft, ondanks uitdagingen zoals klimaatverandering.

Samen zorgen we ervoor dat de drinkwaterkwaliteit in Nederland ook voor toekomstige generaties gegarandeerd blijft.

In 2010 werd de F-gassenverordening in het leven geroepen als antwoord op klimaatverandering en is in 2013/2014 al eens flink herzien. Deze Europese wet is dit voorjaar opnieuw aangescherpt om de overgang naar natuurlijke koudemiddelen zoals CO2 en propaan te versnellen. De F-gassenquota en de GWP-waarde worden versneld omlaag gebracht. De redactie van het magazine Koppeling sprak met Harry Dekker, directeur van Stichting Emissiepreventie Koudetechniek (STEK). Harry nam ze mee in de gevolgen van deze aanscherping: waarop moeten installateurs zich voorbereiden?

Het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe coalitiepartijen beschrijft besluiten die behoorlijke gevolgen kunnen hebben voor de installatiebranche. Zo is de rendementseis voor woningen wat betreft het voorgestelde regeerakkoord van de baan. Dat wil zeggen dat de verplichting om een cv-ketel vanaf 2026 minimaal te laten vervangen door een hybride warmtepomp komt te vervallen. Ook de salderingsregeling voor zonnepanelen wordt, zoals het er nu uitziet, ondanks een eerder besluit van de overheid toch afgeschaft per 1 januari 2027. Schokkend nieuws in een markt waar partijen hoog hebben ingezet op deze duurzame oplossingen ten behoeve van de energietransitie.

Wist je dat het wettelijk verplicht is om bij de vervanging van een cv-ketel ook het complete rookgasafvoersysteem te vernieuwen? Nog te vaak wordt dat — onder andere uit kostenoverwegingen — niet gedaan. Bob Peters, Sales Manager Installatie bij Ubbink, ziet het in de praktijk regelmatig gebeuren: de cv-ketel wordt vervangen, maar het bestaande rookgasafvoersysteem blijft hangen. Met alle risico’s van dien. Installateurs hebben de belangrijke taak om ervoor te zorgen dat de consument aan de wettelijke eisen voldoet.

Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. In deze wet, die alles omvat wat te maken heeft met de leefomgeving, zijn 26 wetten gebundeld. De belangrijkste regels hieruit zijn uitgewerkt in vier besluiten. Maar wat is er voor jou veranderd door de Omgevingswet? We leggen het per besluit uit. 

Onze opleiding ‘Vakmanschap CO’ is voor een nieuw jaar geaccrediteerd! Een accreditatie is een keurmerk voor een opleidingsinstituut. Dit betekent dat je een geldig diploma krijgt als je bent afgestudeerd.

Installateurs zijn de aangenomen helden van de energietransitie. Immers, iedereen moet uiteindelijk van het gas af. Ondertussen moeten installateurs zich bewegen in een wereld waar regelgeving steeds strenger wordt. De energietransitie heeft ervoor gezorgd dat de overheid regelgeving enorm heeft aangescherpt. Voor service- en onderhoudsbedrijven en monteurs betekent dat een wirwar aan certificeringen. Ondertussen heb je als monteur een belangrijkere adviseursrol naar de consument toe dan je denkt. In dit artikel helderen we op welke regelgevingen gevolgen hebben voor jouw werk of bedrijf. 

Expert aan het woord

Door de energietransitie komen installateurs steeds meer in aanraking met hybride-installaties. Een hybride-opstelling, dus een combinatie tussen een ketel en warmtepomp, vraagt om een andere benadering. Rob van Houten, Technisch Specialist/trainer bij Wasco, legt je uit hoe je de installatiegrootte bepaalt en waar je allemaal rekening mee moet houden in je planning. 

Bij een hybride-installatie is het advies om met de warmtepomp 30 tot 50 % van het benodigde vermogen bij -10C° af te dekken. Zo neemt de warmtepomp ongeveer 80% van de energiebehoefte voor verwarming voor zijn rekening. De rest van het benodigde vermogen en tapwater wordt verzorgd door de ketel. Tapwater wordt altijd door de ketel geleverd.  

Installatiegrootte bepalen 

Een veel gebruikte vuistregel om de installatiegrootte te bepalen is het gemiddelde gasverbruik van de laatste drie jaar te berekenen en dan per persoon 100m³ gas in mindering te brengen. Wordt er ook gekookt op gas? Trek er dan nog eens circa 60 m³ af. Het resterende deel is voor verwarmen. Bij een gemiddeld ketelrendement tussen de 90-95% is dan de energielevering: gasverbruik x 9,3/draaiuren afhankelijk van de leeftijd van de woning. 

Rekenvoorbeeld  

Een huishouden van 4 personen met een woning uit 1990, is volgens de ISSO- methode gerelateerd aan 1750 draaiuren bij gebruik van een hybride-warmtepomp opstelling. Het gasverbruik is 1700 m³ en er wordt elektrisch gekookt. Dan is er in totaal nodig: (1700-400) x 9,3/1750= 6,9 kW. Het warmtepomp-aandeel dat het benodigde vermogen moet afdekken is 50%. Dus minimaal 6,9kW/2= 3,45 kW.  

Vaak wordt er voor 5 kW gekozen, omdat dit in veel gevallen het kleinste model warmtepomp is. Hiermee wordt dan > 80% van alle energievraag afgedekt. 

Kies voor een merk en uitvoering waar je als installateur graag mee werkt en gebruik de appendages zoals deze noodzakelijk zijn om een en ander te kunnen monteren. Zorg voor een nette strakke afwerking en pas een buffervat toe wat meer dan 40 L water bevat; dit om bij ‘defrost’ (ontdooien) geen energie uit de installatie te halen. Pas een buffervat toe zoals hieronder weer gegeven.