De juiste vloerverwarmingsverdeler bij de (hybride) warmtepomp selecteren
18/01/2024
Expert aan het woord
Nu de overheid er uit milieuoverwegingen op aanstuurt om hybride warmtepompen als norm te stellen voor het verwarmen van woningen, krijg je als installateur in de toekomst vaker te maken met het koppelen van afgiftesystemen met een warmtepomp. Dat geldt ook voor een vloerverwarmingsverdeler. Marc Heusinkveld, Technisch Directeur bij ROBOT, geeft je een aantal tips waarmee je als installateur de juiste vloerverwarmingsverdeler kunt adviseren aan je klant.
Hoe zorg je ervoor dat het afgiftesysteem voor de vloerverwarming naadloos aansluit op de (hybride-)warmtepomp? De zeven tips hieronder helpen je goed op weg.
1. Verlegtekening
In de installatiewereld staat of valt alles bij een goed ontwerp. Laat van tevoren een verlegtekening maken waarin op basis van een transmissieberekening de benodigde afgifte per m2 wordt vermeld. Daarnaast is het van groot belang om elke groep nauwkeuring in te regelen op basis van het benodigde aantal liters water per uur.
2. Aanbevolen verlegafstand
Hanteer zoveel mogelijk een verlegafstand van 10 cm en maak de vloerverwarmingsgroepen niet te lang, denk hierbij aan ca. 80 meter.
3. Leidingen dimensioneren
Dimensioneer de juiste leidingdiameter en leidinglengte vanaf de (hybride-)warmtepomp naar de verdeler. Bij laagtemperatuursystemen is er sprake van een kleinere temperatuurverschil tussen aanvoer en retour. Hierdoor zijn vanaf de warmtebron aanzienlijk meer liters water benodigd om hetzelfde vermogen over te brengen. We kunnen stellen dat bij een halvering van het temperatuurverschil tweemaal zoveel liters water benodigd zijn.
4. Leidingweerstand
Raadpleeg de leidingweerstandsgrafiek en weerstand van de toegepaste fittingen. De diverse fittingen kunnen de weerstanden negatief beïnvloeden. Gebruik bij voorkeur (pers)bochten in plaats van knieën.
5. Vloerverwarmingsgroepen verleggen
Zorg ervoor dat alle vloerverwarmingsgroepen per ruimte worden verlegd zodat de temperatuur in iedere ruimte afzonderlijk kan worden geregeld. Wel zo comfortabel en energiezuinig én ook verplicht vanuit het Bouwbesluit.
6. Selecteer de juiste verdeler
A. In het geval van een all-electric warmtepomp is een composietverdeler zonder pomp veelal de beste oplossing. Uiteraard moet berekend worden of de pompcapaciteit van de warmtepomp toereikend is of dat er een transportpomp geplaatst moet worden.
Een composietverdeler moet voorzien zijn van interne luchtkamers of isolatieschalen om te zorgen voor optimale isolatie. Dit is belangrijk om warmteverlies via de verdeler te voorkomen. Daarnaast moet de verdeler voorzien zijn van (droge) flowmeters om elke groep optimaal in te kunnen regelen. De droge luchtkamers of isolatieschalen voorkomen natuurlijk ook condensatie in koelbedrijf.
B. Wanneer gekozen wordt voor een hybride-warmtepomp is de hybride verdeler de beste keuze. De warmtepomp zorgt het grootste deel van het jaar voor verwarming van de woning. De cv-ketel komt alleen in bedrijf tijdens extreem koude dagen. Hierdoor worden gedurende het jaar verschillende watertemperaturen geleverd richting de verdeler. De hybride warmtepomp zal een groot deel van het jaar een aanvoertemperatuur leveren van rond de 35˚ C à 40 ˚ C. Terwijl in de koude wintermaanden, als de cv-ketel bijspringt, de temperatuur (afhankelijk van de instelling) ook 70˚ C kan zijn.
Het instellen van een vaste mengverhouding of zorgen dat er geen menging plaatsvindt, is dan niet meer voldoende. De hybride verdeler is een verdeler met pomp waarbij de temperatuur op het aanvoerventiel gemeten wordt. Op basis van de aanvoertemperatuur wordt het inregelventiel in de verdeler aangepast op de juiste menging. Wanneer er een lage aanvoertemperatuur is, vindt er geen menging plaats in de verdeler. Loopt de temperatuur op? Dan wordt het inregelventiel automatisch geopend en de temperatuur gemengd naar een geschikt niveau. Ook in koelbedrijf zal er geen menging plaatsvinden, waardoor de hybride verdeler ook in deze toepassing uitstekend tot zijn recht komt.
7. Gebruik gecertificeerde materialen
Fabrikanten gebruiken verschillende materialen voor het produceren van vol-kunststofbuizen. Om zeker te zijn dat bij installatie de juiste buizen worden gekoppeld met de juiste fitting, dienen de buizen als de fittingen zijn gemerkt.
Gebruik te allen tijde een combinatie van gecertificeerde materialen die bij elkaar past. Doe je dat niet dan kan dit veel ellende veroorzaken. Gebruik je een gecertificeerd systeem dan geeft dat zekerheid, omdat deze door een onafhankelijke partij als Kiwa uitvoerig zijn getest.